Over de tong.
Het lijkt wel een boek, en dat is het ook.
De Italiaanse plaats Filettino verklaarde zich in 1011 onafhankelijk uit onvrede met de financiële crisis. De burgemeester noemt zich sindsdien prins.
"Toen ik het op het journaal zag ben ik gelijk in de auto gesprongen," vertelt Geert Kimpen. De van oorsprong Vlaamse acteur, regisseur en auteur van goed verkopende spirituele romans vond het idee sympathiek: "Iedereen kijkt lamgeslagen naar de tv-journaals over de economische rampspoed, maar hier was een dorpje dat zei "Basta!"
Kimpen schreef er een roman over, die eind van de maand uitkomt. Daarin verzint hij de toekomst van het dorp: het voorbeeld vindt overal navolging, de druk op Rome groeit: het leger wordt erop afgestuurd: dorpsvrouwen proberen de tanks naakt te keren. Dat laatste beeld staat op het omslag, en dat kwam op Facebook.
Niet iedereen in Filettino bleek daar blij mee. Maar prins-burgemeester Luca Sellari liet van het omslag een affiche drukken. Daarmee hoopt hij de dorpsverkiezingen volgende week te winnen. Kimpen mag niet stemmen, maar zegt desgevraagd: "Ik steun mijn prins volmondig."
Eric Brassem.
−29/10/11, 14:23
Een lelijk woord vindt hij het, spiritualiteit. Toch staat het leven van schrijver Geert Kimpen (45) grotendeels in het teken van datzelfde woord. Hij stelt vraagtekens bij de zweverigheid en zelfzucht die hij vaak aantreft bij mensen die zich 'spiritueel' noemen.
Kimpen staat een serieus soort spiritualiteit voor. "Nu doet het begrip denken aan geitenwollen sokken en wierookstokjes. Zo'n vaag begrip is het geworden." Terwijl hij spiritualiteit als iets 'zeer concreets' ziet. "Voor mij gaat het over hoe je in het leven staat."
Navelstaren
Die zweverigheid helpt mensen niet veel verder, denkt hij. "Velen zoeken hun heil in dingen buiten zichzelf. Maar spiritualiteit gaat bijvoorbeeld over hoe je met de buurvrouw en de bakker omgaat. Bewust leven, waarbij je verantwoordelijkheid in acht neemt. Je moet altijd met beide voeten op de grond staan."
In plaats daarvan 'staren mensen alleen maar naar de eigen navel'. "'Wij zijn verbonden met de kosmos', zeggen ze dan. Het gaat ze alleen om 'ik' en een hoger bewustzijn. Spiritualiteit moet niet slechts ter meerdere eer en glorie van jezelf zijn." Het enige waarop men uit is, zegt Kimpen, is 'het eigen ik tot de grootst mogelijke vervoering te brengen'.
'Wetten van het Leven'
Het woord 'inspiratie' vindt hij beter. "Het houdt niet op bij jezelf. Waar je andere mensen aansteekt - daar ontstaat iets dat groter is dan wijzelf.". Pas als je anderen kunt inspireren, leer je iets." Met het schrijven van een roman over kaballa, een roman over alchemie en een roman over hindoeïsme, heeft hij 'universele inzichten' opgedaan. Daaruit heeft hij zijn 'Wetten van het Leven' geformuleerd.
Aanstaande zondag opent Kimpen de Maand van de Spiritualiteit met een minisymposium, waar het publiek met hun worstelingen mag komen. "Hoe je grote liefde te vinden, bijvoorbeeld." Aan de hand van de zogeheten Wetten van het Leven maakt Kimpen een blauwdruk voor een oplossing. "Het begint met ontzettend concreet benoemen wat je verlangens zijn. Wat wil je eigenlijk?"
Gelukkig zijn is te algemeen
Volgens de schrijver komen mensen vaak niet verder dan 'een vage kreet als gelukkig willen zijn'. "Dat is veel te algemeen", zegt hij. "'Ik wil een boek schrijven' - dat is al beter. 'Waarover?', vraag ik dan. 'Wie moet het lezen?' Pas wanneer iemand heel precies weet wat hij wil, worden de paden vanzelf in die richting bepaald."
Zo kwam er ooit een man naar Kimpen toe die indiaan wilde worden. Hij leeft nu in de jungle in Equador, met een indianenvrouw. "Hij loopt er in een strooien rokje rond. Voorheen was hij bankdirecteur in Eindhoven." Mensen die vaak verre van tevreden zijn met hun bestaan, zijn doodsbang om dat los te laten. "Dit ken ik tenminste, denken ze dan."
Roman over de crisis
Intussen verzamelt Kimpen nieuwe inzichten die hij door kan geven. "Ik wil ze koppelen aan de economische crisis." Het is het thema van zijn volgende roman. "Een kant-en-klare oplossing heb ik niet. Maar als we op de oude weg doorgaan, zijn we gedoemd de afgrond in te storten. Ik ijver voor de terugkeer van oeroude begrippen als rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit."
Op dit moment praat Kimpen met mensen uit de bancaire wereld over zijn boek. Mensen komen met radicaal andere ideeën, zegt hij. "Het afschaffen van rente, het invoeren van een rechtvaardige munt." Of dat nu zo verstandig is, kan de schrijver zelf ook niet helemaal inschatten. Maar: "Ik weet wel dat we het helemaal anders te gaan doen. Daar verzamel ik kracht voor."
Anniek van den Brand - 24/07/11, 06:13 Geert Kimpen. © Maartje Geels
Schrijver Geert Kimpen (45) verkocht meer dan 100.000 exemplaren van zijn spirituele romans en trekt avond aan avond volle zalen. Toch laten de uitnodigingen voor populaire praatprogramma's op zich wachten. 'Journalisten zijn cynisch. Ze doen mijn werk af als onzin. Het erge is: ik herken die houding.'
Is een mens in staat zijn zielsverwant te herkennen? Is iedere liefde zinsbegoocheling, een verzengend vuur gedoemd vroeg of laat te doven? Is er voor ieder mens een andere helft? Is een mens die denkt zijn zielsverwant te herkennen gezegend of juist een dwaas? Is liefde eeuwig?
Komen zielsverwanten elkaar altijd tegen in dit leven? Kan iemand meerdere zielsverwanten hebben? Is het mogelijk om opnieuw je hart te openen wanneer het eenmaal is vertrapt?
Ruim honderdvijftig mensen zijn deze woensdagavond naar Groningen getogen voor een optreden van schrijver Geert Kimpen. Naar aanleiding van zijn laatste spirituele roman 'Rachel of het mysterie van de liefde' houdt hij een lezing over de liefde.
In een onnavolgbaar tempo leidt hij zijn publiek met een charmant Vlaams accent langs, wat hij noemt, de zeven wetten van de liefde. Een microfoon, een ouderwets diascherm en een stereo voor een toepasselijk liedje - meer heeft Kimpen niet nodig.
Lezingen
De volgende ochtend, thuis in Bodegraven, oogt de tomeloze Geert Kimpen van gisteravond bedeesd, verlegen bijna. Het was vannacht half drie, verontschuldigt hij zich. En sinds het verschijnen van zijn nieuwe roman is het bijna vijf avonden per week raak.
Het was nooit zijn bedoeling om lezingen te geven, vertelt hij. Maar toen in 2006 zijn eerste roman 'De kabbalist' uitkwam, vroeg de plaatselijke boekhandelaar of Kimpen niet een praatje wilde houden.
"Ik wist helemaal niet wat schrijvers geacht worden te doen tijdens zo'n bijeenkomst", zegt hij. "Ik bedacht dat ik de mensen een bonus wil geven op het boek. Ik geef 'college' over hoe ze de kennis uit de roman kunnen toepassen op hun eigen leven."
En ja, dat hij jarenlang acteur en regisseur was, leidt ertoe dat hij dat op een onderhoudende manier wil doen. "Er zit humor in, ik schuw het persoonlijke niet, ik wil mensen inspireren. Ik zoek naar de wetmatigheden in het leven en daar schrijf ik romans over. Wat ik er niet in kwijt kan, stop ik in mijn lezingen."
Grip krijgen op je leven
Víer de verschillen tussen jou en je partner, in plaats van je er aan te ergeren, doceert Kimpen ondertussen vanaf het podium. Neem je man of vrouw ook na een aantal jaren niet zomaar voor lief, blijf elkaar dagelijks complimenten maken. Nee, zegt de schrijver, dat is niet moeilijk, het is gewoon een kwestie van dóen.
In zijn werk probeert Geert Kimpen mensen handreikingen te doen om grip te krijgen op hun leven. Hem lukte dat zelf lange tijd maar matig, vertelt hij zijn publiek openhartig. Hij dist de ene na de andere geestige anekdotes op over de mislukkingen in zijn leven. Daarachter schuilt het verhaal van een jarenlange, teisterende depressie. Dat hij zelfmoord zou plegen, stond vast voor hem. De vraag was alleen: wanneer.
Toen hij had besloten: vanavond moet het gebeuren, kreeg hij tijdens het roken van een joint 'een visioen'. Hij zag zichzelf als een ouderwetse radio die stond afgesteld op de allerzwartste programma's. Tot zijn stomme verbazing bleek hij in staat beweging te krijgen in de grote draaiknop: richting lichtere muziek.
Een maand later ontmoette hij zijn 'zielsverwant' en 'grote liefde' Christine Pannebakker. Hij zegde de theaterwereld vaarwel en wijdde zich aan het schrijven van spirituele romans.
Cynisch
Hij mist noch het acteren, noch het regisseren, zegt Kimpen. "De theaterwereld is uiterst cynisch. Zwartgalligheid, miscommunicatie tot kunst verheffen - ik was er klaar mee. Ik wilde de mensen iets vertellen waaraan ze écht wat hebben, ik wil juist een poging doen de miscommunicatie op te heffen."
Toen hij nog theater maakte met mensen als Isa Hoes, Antonie Kamerling en Marc-Marie Huijbregts, wisten kranten en televisieprogramma's hem te vinden. Zijn debuutvoorstelling werd bejubeld, Kimpen was een belofte die zichzelf waarmaakte.
Genegeerd
Sinds hij zich met spiritualiteit bezighoudt, wordt hij door de serieuze media niet zozeer tegenwerkt als wel volkomen genegeerd. Ja, dat vindt hij soms moeilijk te verkroppen.
"Ik ben zo aards als wat, maar veel journalisten zijn cynisch over religie, over spiritualiteit. Ik begrijp dat niet, want er zijn zoveel mensen mee bezig. In het bedrijfsleven, bij de rijksoverheid, van de top tot de telefoniste, iedereen heeft wel een zingevingscursus of coachingstraject achter de rug; dat hoor ik als ik er zelf lezingen geef. Maar de meeste journalisten lopen tien jaar achter bij wat er in de wereld gebeurt."
Met meer dan 100.000 exemplaren van 'De kabbalist' is Kimpen de best verkopende Vlaamse schrijver in Nederland, zijn werk is vertaald in vijftien landen. Wat Kimpen 'ontdekt' over het leven, wil hij niet voor zichzelf houden. "Niet uit ijdelheid, zo van: zie mij dit eens doen, maar omdat ik oprecht denk dat ik mensen kan inspireren, dat ik ze op nieuwe gedachten kan brengen."
Voor programma's als 'De Wereld Draait Door' of 'Pauw & Witteman' is het 'blijkbaar te spannend' om hem zijn gedachtengoed te laten verwoorden, zegt de schrijver. "De meeste journalisten doen mijn werk af als onzin. Het erge is: ik herken die houding. Toen ik in de theaterwereld zat, durfde ik ook niet te bekennen dat spiritualiteit me al mijn leven lang boeit."
Eerst acteur, daarna regisseur, en dan schrijver
Geert Kimpen (1965) werd geboren in Antwerpen als zoon van een rooms-katholieke boekhandelaar. Op zijn 25ste verhuisde hij naar Amsterdam om de regieopleiding te volgen aan de Hogeschool voor de Kunsten. Hij richtte het Belgisch Toneel Amsterdam op met het idee eigenzinnig toneel te brengen samen met mensen als Isa Hoes, Antonie Kamerling en Marc-Marie Huijbregts.
Sinds 1993 schreef hij in Nederland en Vlaanderen voor toneel, cabaret en televisie. Zijn eerste roman 'De kabbalist' verscheen in 2006 en werd in vijftien landen verkocht. Onlangs verscheen 'Rachel of het mysterie van de liefde'.
Kimpens droom was om van zijn 20ste tot 30ste acteur te zijn, daarna tien jaar regisseur en de rest van zijn leven schrijver. Kimpen noemt spiritualiteit een constante in zijn leven - ook al vindt hij het een lelijk woord. Na een tijd te hebben gerevolteerd tegen het katholicisme, bleef hij 'op zoek naar God'. Wicca, oosterse spiritualiteit, boeddhisme, niets raakte zijn hart echt, zegt hij.
Pas toen hij met de mystieke kant van het jodendom in aanraking kwam, voelde hij zich thuis. Samen met zijn vrouw en schrijfster Christine Pannebakker organiseert hij regelmatig shabbatsavonden. Kimpen en Pannebakker hebben een dochter, Zonneke, van acht jaar.
'De kabbalist'
Van 'De kabbalist', het eerste boek van Geert Kimpen uit 2006, zijn rond de 100.000 exemplaren verkocht. Het boek bleef tamelijk onopgemerkt, terwijl hij zich toch in het gezelschap bevindt van bijvoorbeeld
'De engelenmaker' van Stefan Brijs
'Het schervengericht' van A.F.Th. van der Heijden
'De literaire kring' van Marjolijn Februari
'Droomzomers' van Youp van 't Hek
'De familie onderweg' van Tommy Wieringa en
'De helaasheid der dingen' van Dimitri Verhulst.
Deze schrijvers verkochten tussen de 60.000 en 100.000 exemplaren van hun titel.
Tekst: Marije van Beek
Gepubliceerd op 14/2//2011 Religie & Filosofie Trouw
Zeg niet van dees vogel te trots was zijn reis, wellicht zat zijn nest nabij het Paradijs
Op mijn veertiende hield ik voor het eerst van een meisje. Dat ging vreselijk mis. Het bleek niks te zijn. Toen ben ik middenin de klas van mijn stoel gevallen, raakte als het ware in trance, en bleef in gedrogeerde toestand liggen. Die liefde was mislukt. Ik was totaal van de kaart - heel pathetisch. Zo ernstig, dat ik bijna van het dak van de Antwerpse stadsschouwburg was gesprongen. Een paar goede vrienden hebben me tegen moeten houden.
In die tijd schreef ik al veel liefdesgedichten. Ik was een hele dichterlijke jongen, die zwelgde in romantiek. Bij een Internationale jeugdgedichtenwedstrijd won ik de eerste prijs. Het was een bundel van Albe, pseudoniem van Renaat Joostens. Ik moet op mijn jongenskamer, boven de boekwinkel van mijn ouders hebben gelegen, op bed of op mijn zeteltje.
Ik had nog nooit van de dichter gehoord. Maar zijn gedicht ‘Paradijsvogel' trof me meteen. Een paradijsvogel wil naar de zon vliegen, en bij de avondzon zijn nest bouwen. In schitterend licht vliegt hij hoger en hoger, tot hij de zon zo dicht nadert dat hij zijn vleugels brandt. Hij stort neer. De slotregels van het gedicht luiden: ‘Zeg niet van dees vogel te trots was zijn reis, wellicht zat zijn nest nabij het Paradijs'.
Het is een appèl op mijn eigen ambities. Het maakt niet uit wat de wereld ervan zegt, als je maar leeft naar je eigen einddoel. Dan alleen haal je al het mogelijke uit het leven. Je moet de lat hoog durven leggen. Ook al bereik je het ultieme doel niet, je zult wel veel verder komen als je er tenminste naar streeft.
Zo heb ik mijn geloof in de ultieme liefde niet opgegeven. Ook al ben ik de vogel geweest die meer dan eens zijn vleugels brak.of; verbrandde. Ik heb zo ontzettend liefgehad. Dit is het, dacht ik dan. Het was een enorme desillusie toen mijn gevoelens onbeantwoord /eigenlijk; die relaties stuk liepen. bleven. In die zin is liefde levensgevaarlijk. Maar dat moet het ook zijn. Want het is de dood van de liefde wanneer het verwordt tot maatjes zijn. En je daar genoegen mee neemt, alleen maar omdat je tenminste niet alleen bent.
Mijn vrouw heb ik ontmoet op een versiercursus. Toentertijd had ik alle hoop laten varen, en het enige wat ik nog wilde was onenightstands. Hoogstens met een ontbijtje, meer niet. Maar ik had geen idee hoe ik een vrouw moest versieren. De cursus was ergens op de Bloemengracht, in een mooi pand, en overal stonden kaarsjes. Christine was er als undercoverjournalist voor de Belgische krant De Standaard. Vanaf het eerste moment hing er zo'n zinderende spanning tussen ons dat het bijna gênant was voor de anderen. Nog voor onze eerste kus hebben we afgesproken: het moet zo spannend blijven als een roman. We leven van plot naar plot. Het ultieme, dat is als het gesprek niet ophoudt. Wanneer je voor hetzelfde warm loopt kan dat.
Natuurlijk hebben we ook wel eens ruzie. Al moet ik heel lang nadenken voor ik iets kan bedenken. Ik draag dat soort dingen niet lang met me mee. Het is geen stille zee. Maar als je genoegen neemt met gezapigheid, ontneem je jezelf kansen om je te blijven ontwikkelen.
Wat voor mij ook de magie was van die dichtbundel: ik zag dat die in meer dan dertig landen uitgegeven was. Zoiets bereiken leek zo onhaalbaar. Nu ben ik zelf pas naar Finland geweest, voor een presentatie over mijn eigen boek. Als ik me bedenk dat niet alleen Finnen maar ook mensen in 15 verschillende talen nu mijn boek kunnen lezen, moet ik mezelf even in mijn arm knijpen. Maar op het pad ernaar toe ben ik wel twintigduizend keer onderuit gegaan. Je moet alleen niet blijven liggen.
Juist door mijn eerdere teleurstellingen weet ik hoe dankbaar ik moet zijn met wat wij hebben. Andere liefdes had ik nodig om mijn ogen te openen voor wat het wel was. Want ik ben Christine al tien jaar eerder voorbijgelopen. We hebben een tijd recht tegenover elkaar gewoond, maar hadden elkaar nooit gezien.
Veel dromen sneuvelen voortijdig aan angst en onzekerheid. Mensen geven hun hypotheek de schuld. En in Nederland geldt natuurlijk het adagium: ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'. De middelmaat is de norm, je moet blij zijn met wat je hebt. Terwijl het gedicht van Albe de durf bewondert van de vogel die een nest op de zon wil bouwen. Niet dat zoiets kan, een nest op de zon bouwen, dat snapt iedereen. Maar we moeten blij zijn met vogels die nieuwe werelden durven ontdekken.
Tekst: Arjan Visser
Gepubliceerd: juni 2010
Foto 2. I Gij zult de here uw god aanbidden en hem liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en met al uw krachten
"Zo erg als in mijn vaders tijd - met donderpreken over hel en vagevuur - was het niet, maar ik herinner me wel verhalen over zondig zijn en vlekjes op je ziel verzamelen; een soort kanker waar je uiteindelijk aan ten onder zou gaan. Tegelijkertijd was er de mooie kant van het katholicisme: het theater in de kerk, de vakanties die ik van mijn zesde tot mijn dertiende bij tante nonneke heb doorgebracht.
Iedere familie in Vlaanderen had zijn eigen tante nonneke. Die van mij zat in een klooster in Herent, bij Leuven. Een prachtig, oud gebouw met een grote tuin er omheen. Het was ook spannend om bij tante nonneke te logeren. Ze hield ervan de kloosterregels te overtreden. We trokken er regelmatig samen op uit om appels te pikken uit de boomgaard. Dan klom ik in de boom en stond tante nonneke op wacht. 's Avonds, als iedereen sliep, slopen wij door de gang naar de keuken om een appelcake te bakken.
Er woonden ook ouden van dagen die door de nonnekes werden verzorgd. In al die kamers was ik een prinsje. Ik droeg er mijn gedichtjes voor, ik kreeg applaus en snoep. Ik was het enige kind en ik kreeg al de aandacht die ik thuis, als nakomertje, tekort kwam.
Ik koester mijn herinneringen aan die weken in het klooster. Het was een warm bad, een soort paradijs, een plek die ik later in mijn leven steeds heb geprobeerd terug te vinden."
"God is het leven zelf: de scheppende, intelligente kracht van waaruit alles wat er is zichzelf ontwikkelt en voortplant. Ik zou wel gek zijn om zoiets te vervloeken."
"Voor ons is de joodse sabbatviering de hoeksteen in het gezinsleven. Dankbaarheid, overvloed, kinderen, liefde: alles waar een mens mee worstelen kan, komt op zo'n avond voorbij. Als een jood mij vraagt wat ik, als katholiek, met zijn gebruiken doe, kaats ik de bal terug: hoe komt het dat jullie zo'n prachtig ritueel niet met iedereen willen delen?
Eerst was het een bijeenkomst voor onszelf - voor Christine, voor onze dochter Zonneke en voor mij - maar de sabbat is ook de dag waarop je je huis moet openstellen voor anderen en op den duur nodigden we vrienden uit om het feest met ons mee te vieren. Na een tijdje zijn we openbare sabbatavonden, in hotels en zalen, gaan organiseren. Daar komen de mensen die ervoor hebben ingetekend. Ja, tegen betaling, maar we verdienen er niets aan. Ik wil anderen de kans geven iets moois te leren kennen. De gasten zitten aan tafels, Christine en ik leggen uit wat zoal de rituelen zijn en daarna gaan ze er zelf mee aan de slag. Het is ontroerend om mee te maken: er worden levensverhalen uitgewisseld, er ontstaan vriendschappen, nieuwe liefdes. Wat ik daar doe ligt in het verlengde van mijn schrijverij; het is dezelfde intentie. De dingen die ik ontdek wil ik delen in mijn boeken, maar een beschrijving van de sabbat - hoe mooi ook - haalt het niet bij de ervaring om zoiets in werkelijkheid mee te maken."
"Je moet op een bepaald moment de deur achter je dicht doen. Letterlijk deed ik het rond mijn twintigste, toen ik het huis uitging, maar ik was al een tijdje theaterregisseur in Amsterdam toen ik het ook met mijn gevoel durfde te doen.
Mijn ouders kwamen, zeker in het begin, naar iedere première van mijn voorstellingen. Ze hadden de gewoonte om stoelen op de eerste rij te reserveren. Het vervelende was echter dat ze die bezoekjes waarschijnlijk als een verplichting hebben gezien. De humor ontging hen helemaal en vaak konden ze teksten letterlijk niet verstaan. De hele zaal kon dubbel liggen van het lachen, maar mijn ouders zaten er als één klom negatieve energie bij. Het werd zelfs zo erg dat mijn acteurs er last van kregen. Nee, ik heb het niet gezegd. Ik ben Vlaming hè, ik ben niet zo direct. Ik nodigde hen gewoon niet meer uit, ik vertelde nog nauwelijks iets over de dingen waar ik mee bezig was en langzaam maar zeker begrepen ze, denk ik, wel dat ze niet langer welkom waren.
Ik gaf me steeds minder bloot. Ik wilde me beschermen tegen de kritiek, tegen de afkeuring, tegen het niet begrepen worden. We zien elkaar nu alleen nog tijdens de feestdagen. De laatste keer dat we bij hen op bezoek waren, zei mijn moeder: ‘Zou je dat nou wel blijven doen, jongen, al dat geld in die buitenlandse vertalingen steken?' Ze dacht werkelijk dat ik dat allemaal zelf deed, misschien geloofde ze zelfs dat ik die vertalingen in een koffertje stopte om ze in het buitenland aan de man te brengen. Alsof ze niet kan geloven dat er uitgevers geïnteresseerd zijn in mijn werk. Ze leest mijn boeken niet. ‘Te moeilijk,' zegt ze. Terwijl ze wel erg veel leest en ik mijn boeken zo toegankelijk mogelijk schrijf. Mijn vader schrijft nog wel een aardig briefje als er iets van mij wordt uitgegeven, maar zo'n reactie wordt onmiddellijk gearchiveerd. Het dringt niet meer door. Daarvoor is mijn wantrouwen te groot.
Ik kan het eigenlijk niet zo goed begrijpen. Ik ben opgegroeid in een boekwinkel - met glas in loodramen en een rinkelende deurbel - in de Antwerpse kunstenaarswijk Zurenborg. Mijn vader was een centrale figuur in de buurt. Hij verafgoodde schrijvers en kunstenaars. Je zou denken dat hij apetrots zou zijn toen zijn zoon ook die kant op ging, maar hij had alleen oog voor de mislukkingen - die waren er zeker, dat zal ik niet ontkennen - en de goede dingen werden gebagatelliseerd. Misschien was het jaloezie, ik weet het niet. Hij kan nog steeds erg enthousiast zijn over allerlei andere schrijvers. Mijn ouders gaan samen ook vaak naar het theater en dan vertellen ze hoe enorm ze ervan hebben genoten, terwijl ze na mijn voorstellingen altijd keken alsof ze een begrafenis hadden bijgewoond.
Ik ben op een aantal punten een betere ouder, maar ik realiseer me tegelijkertijd dat de geschiedenis zich altijd kan herhalen. Ik probeer me in ieder geval te richten op de kwaliteiten van mijn dochter. Ze is pas zeven, nog heel jong, maar ik wil haar een onvoorwaardelijk vertrouwen meegeven: als je later kapster wil worden, word dan de leukste kapster die in je zit. Blink uit, geniet ervan, maar doe niets om mij te behagen.
Mijn dochter staat veel centraler in mijn leven dan ik ooit in het leven van mijn ouders heb gestaan. Ik was een nakomertje. Ik scharrelde daar een beetje rond. Iets wat af en toe gevoed moest worden en zo nu en dan een beetje aandacht nodig had. Dat is waarschijnlijk het grootste verschil: Zonneke is een geschenk. Ik was een ongelukje."
"Als puber heb ik wel eens met zelfmoordgedachten bovenop een dak gestaan, later werden het halfslachtige pogingen en tenslotte, in 1996, was ik ervan overtuigd dat ik een einde aan mijn leven zou gaan maken. Ik had minstens vier jaar in een depressie gezeten en ik zou er één keer vanaf zijn. Ik was alleen, in een totaal isolement. Het was uit met mijn grote liefde. Ik kende geen hond, niemand kwam langs. Als ik thuiskwam, hoopte ik het lichtje van mijn antwoordapparaat te zien knipperen, maar áls er een bericht was achtergelaten kwam het van mijn moeder en dat was de laatste op wie ik zat te wachten. Er was niemand, er was niets. Alleen maar zwartgalligheid.
Ik had een boekje van de Vereniging van Nederlandse suïcidalen. Nu zeg ik dat het eigenlijk verboden zou moeten worden - je moet zoiets niet verstrekken aan mensen die depressief zijn - maar in die jaren was het mijn lievelingsboekje. Ik zou, volgens de instructies, een plastic zak over mijn hoofd gaan trekken, maar om mezelf enigszins te verdoven besloot ik eerst nog een jointje te roken. Tijdens het blowen kreeg ik een visioen: ik zag een grote transistorradio, met zo'n naald die trillend naar de allerdonkerste zender wees. Ik begon uit alle macht aan de knop te draaien en merkte ineens dat het me lukte die vastgeroeste knop in beweging te krijgen; de naald bewoog langzaam maar zeker naar de lichte kant. Het is misschien een banaal inzicht, maar ik begreep dat het mogelijk was, dat ik zélf iets aan mijn situatie kon veranderen.
Een maand later kwam ik Christine tegen en alles werd anders."
"Tante nonneke is de eerste vrouw met wie ik heb geslapen. Ze had een kleine cel, het was vanzelfsprekend dat ik bij haar in bed zou liggen. Ze hield me altijd stevig vast. Het was de koestering van een tante die haar neefje heel graag zag, maar het was waarschijnlijk ook het verlangen van haar om een warm lijf tegen zich aan te voelen. Het was warm, teder, veilig. Ik voelde me zeker niet opgewonden.
Ik had geen idee. Op school, met alleen maar jongens, waren meisjes een soort godinnen. Ze waren zoveel meer dan wij, verderfelijke wezens. Elke seksuele gedachte was vies. Masturberen was al helemaal niet aan de orde. De vrouw, dat was de heilige maagd Maria. Het was ondenkbaar dat je je zou aftrekken met haar in gedachten. Het heeft jaren geduurd voordat ik vrouwen als echte mensen heb leren zien.
Tante nonneke werd op een ochtend naast haar bed gevonden. Ze had een hersenbloeding gehad. In haar laatste jaren kreeg ze allerlei seksuele visioenen. Soms waren ze mooi, vaak waren ze angstig. Dan veranderde het gordijn in haar kamer in een speer die haar vagina doorboorde.
Ik werkte in die tijd samen met een dromenanalist voor de BRT aan een programma over dromen. Het leek me wel een idee om haar in contact te brengen met tante nonneke, maar de dromenanalist schrok zo van de perversiteit van tante nonneke's dromen dat ze ervan afzag om haar in de serie op te nemen.
Tegen het eind van haar leven bezocht ik tante nonneke in het ziekenhuis. Ze was al ver weg, maar ik geloof dat ze me nog herkende. Plotseling pakte ze mijn hand en bracht die, bibberend, onder de lakens door naar haar vrouwelijkheid. Ik keek in haar ogen. Het was niet de blik van tante nonneke, het was de blik van een vrouw die er naar verlangde voor één keer in haar leven op die plek te worden aangeraakt. Ik heb het natuurlijk niet gedaan. Het was een ontroerend moment - we hebben zo intens veel van elkaar gehouden - maar ik was me er tegelijkertijd van bewust hoe tragisch het moest zijn geweest om een leven in kuisheid te leiden."
"Zie je het schilderij van Jezus, daar aan de wand? Dat stond ooit, tussen preekstoelen, kandelaren en andere dingen die nu een fortuin opleveren in antiekwinkels, te verstoffen op de enorme zolder van het klooster. Het waren de erfenissen van de oudjes die in het klooster werden verzorgd. De hele familie was gek op dat ene schilderij. Op een dag, toen mijn ouders me kwamen ophalen, hebben tante nonneke en ik het doek van zolder gestolen. De auto stond met ronkende motor te wachten zodat we de nonnekes die ons gewoonlijk kwamen uitzwaaien voor konden zijn en er onmiddellijk vandoor konden gaan. Nee, ik voel me helemaal niet schuldig. Mocht hier ooit brand uitbreken dan zal ik eerst Christine en Zonneke redden en daarna het schilderij. De schoonheid van mijn jeugd, alles wat me uit die jaren dierbaar is, zit in dat ene doek."
"Er is één waarheid, maar ze wordt in verschillende talen gesproken. De taal van de kabbala spreekt mij het meest aan, maar ik vind het prima als iemand voor de Gereformeerde leer, het boeddhisme of een natuurreligie kiest. Als je alles afpelt, dan zie je dat iedereen tot dezelfde basisinzichten komt. Dit is, in de woorden van een wijze rabbi, het grootste inzicht: ‘Heb uw naaste lief als uzelf. De rest is commentaar.'"
"Christine en ik zijn voor elkaar bestemd. Daar ben ik heilig van overtuigd. Andere relaties in mijn leven zijn ook cruciaal geweest, maar om andere redenen. Achteraf bezien kun je zeggen dat het tussenstappen waren die mij steeds dichter bij haar, mijn werkelijke wederhelft, mijn zielsverwant, hebben gebracht. Pas toen ik haar ontmoette kon mijn leven echt van start gaan. Ze heeft me leren kennen toen ik nog een loser was, maar ze geloofde in mij en ze is dat altijd blijven doen. We hebben hoogten en dieptes meegemaakt. We hebben samen een dochter gekregen. Ons verleden wordt steeds rijker. Het zal niet in me opkomen om haar te bedriegen. Ik kom tijdens lezingen honderden prachtige vrouwen tegen, ze kijken vaak tegen me op, maar ik ben er niet gevoelig voor. Soms denk ik: is het niet abnormaal dat ik die gedachten niet heb? Een zaal vol mooie vrouwen die allemaal willen dat je je boek voor hen signeert: als twintigjarige zou ik er een moord voor hebben gedaan."
"Mijn ambitie is groot. Ik ben in het boekenvak gestapt met het idee er mijn beroep van te maken, ik zag het niet als iets leuks wat ik er een beetje bij zou gaan doen. Wat ik ontdek wil niet alleen hier thuis vertellen, nee, ik wil het liefst zoveel mogelijk mensen bereiken. Niet uit ijdelheid, zo van: zie mij dit eens doen, nee, eerder uit economische noodzaak. Zo lang ik boeken blijf verkopen, kan ik doorgaan met mijn onderzoek.
Ik zit in een lastig segment. Ik word door de serieuze pers niet tegengewerkt, ik word eerder genegeerd. Dat is soms moeilijk te verkroppen. Er zijn mensen die nauwelijks iets te melden hebben en tóch steeds opnieuw bij Matthijs van Nieuwkerk of bij Pauw en Witteman mogen aanschuiven. Ik hoef niet per se door een talkshowredactie te worden uitgenodigd, maar ik ben ook geen zweefteef die in programma's als Het Zesde Zintuig thuishoort. Ik denk serieus na over spiritualiteit, mijn gedachtegoed wordt eigenlijk op geen enkele zender vertegenwoordigd.
Maar het komt goed. Ik ben in tune met mijn bestemming. Soms, als ik voor een zaal met mensen sta, is het net alsof weer in de refter van het klooster ben waar de nonnekes geduldig naar mijn verhaaltje luisteren en dan luid applaudisseren. Ik kreeg het applaus ook in het theater, maar toen mijn dochter werd geboren - en ik in haar wijze ogen keek - zag ik dat het flauwekul was wat ik deed. Moest ik zo tot mijn zestigste doorgaan? Het werd een scharnierpunt, ik ben een andere kant opgegaan en nu ben ik iedere dag bezig met wat ik het liefste doe.
Het begint natuurlijk bij jezelf, maar als je eenmaal een keuze hebt gemaakt, gaan er dingen samenvallen. Niks is toeval, alles heeft betekenis. Maar het is wel de betekenis die je er aan toekent. Neem dit gesprek. Voor mij was het een toets: waar ben ik mee bezig, klopt het nog, of is het allemaal los zand? Ik had kunnen kiezen voor een werkelijk contact, voor de mogelijkheid mijn leven te verrijken of voor: leuk, interview voor Trouw, even een paar uurtjes kletsen en dan weer over tot de orde van de dag. Als je mensen serieus neemt en er vanuit gaat dat het goddelijke in heel het leven zit, dan is iedere mens die je ontmoet een stuk van God. Daar wil ik naar te leven. Ik probeer iedere ontmoeting als een ontmoeting met God te zien."
Fot o 3. Geert Kimpen, schrijver van 'De Kabbalist', en zijn vrouw Christine Pannebakker, schrijfster van 'Vrouwenpower', vieren iedere vrijdagavond sabbat. Om de twee maanden doen ze dat groots, met iedereen die daar bij wil zijn.
Waarom vieren jullie als niet-joden de sabbat?
„Wij zijn echte workaholics. We schrijven allebei boeken en doen dat thuis. Het werk is dus nooit af. We zochten naar een rustpunt in de week, een moment dat niet wordt bepaald door de agenda, een moment waarop je kunt stilstaan bij de dingen die écht belangrijk zijn: de liefde, het feit dat je er voor elkaar bent. Joodse mystici, kabbalisten, vinden liefde de belangrijkste kracht in een mensenleven. Daarom vieren ze iedere vrijdagavond opnieuw een huwelijksfeest voor de verbinding tussen het goddelijke en het menselijke, het vrouwelijke en het mannelijke, jij en de wereld."
Wat is er veranderd in jullie huishouden?
„Nu ontsteken we op vrijdagavond de kaarsen, maken we tijd om uitgebreid te eten en naar elkaars verhaal te luisteren. We spreken over wat er in het leven echt toe doet. Niet over koetjes en kalfjes maar over de zin van het leven, over het waarmaken van je dromen. Van huis uit zijn wij allebei katholiek. Jezus vierde de sabbat ook. Er liggen eeuwenoude rituelen aan ten grondslag, die eigenlijk voor iedereen mooi zijn. Onze dochter Zonneke van zeven vindt het geweldig. Ze kijkt ernaar uit."
Waarom zijn jullie het met grotere groepen gaan vieren?
„Soms nodigden we vrienden uit. Zij waren zo enthousiast dat zij ook weer vrienden wilden meenemen. Ook als je met vreemde mensen aan tafel zit, blijkt het te werken. Een van de rituelen is dat de mannen de vrouwen zegenen. Het is heel bijzonder om van een wildvreemde man te horen waarom jij bijzonder bent. Vrouwen zeggen tegen hun man waarmee ze de afgelopen week blij waren. Dat zijn ontroerende momenten. Zo ontstond het idee om het eens per twee maanden groots aan te pakken, iedere keer op een andere locatie. Vaker willen we niet, want in wezen is het een gezinsavond."
Wat vinden jullie het mooiste ritueel?
„Ze zijn allemaal mooi, maar het breken van het brood is heel bijzonder. Onder een kleedje liggen twee broden: eentje voor vandaag en eentje voor morgen. Het betekent dat er toch voor je wordt gezorgd, ook al neem je een dag rust. Na het breken, strooi je er zout op. Dat symboliseert dat je zelf de smaak aan het leven moet geven."
Moet je gelovig zijn om zo'n avond te kunnen waarderen?
„Als je een beetje houdt van het ritme van het leven, kun je ervan genieten. Je kunt zeggen: je zegent elkaar. Je kunt ook zeggen: je maakt elkaar een compliment. Veel mensen die bij ons een avond hebben meegemaakt, beginnen een sabbatsavond met vrienden."
© Trouw 2010, op dit artikel rust copyright.
23/4/2011 Door: Nynke Sietsma
,,Ik kreeg helemaal kippenvel van het verhaal dat er spijkers van 18 centimeter door de handen van Jezus werden gedaan'', zegt de 8-jarige Zonneke Kimpen.
Op de avond van Witte Donderdag stond Zonneke, een jonge musicalliefhebster uit Bodegraven en dochter van schrijver Geert Kimpen op de Markt in Gouda tussen twintigduizend mensen om naar The Passion te kijken. Een eigentijds muziekspektakel over het Bijbelse verhaal met Nederlandse popsterren en acteurs, gezongen en gespeeld door popsterren als Syb van der Ploeg, Do en Thomas Berge. Tussen die duizenden bezoekers, oud en jong, rondom het stadhuis van Gouda, stonden vader en dochter Kimpen helemaal vooraan.
Zonneke was zichtbaar geraakt op het moment toen acteur Wilbert Gieske in de rol van Pontius Pilates vertelde hoe Jezus aan het kruis werd geslagen. ,,Met een hamer worden er ijzeren pinnen van 18 centimeter lang door de botten van de pols geslagen. Dan worden de benen zijwaarts gedraaid en wordt er een enkele pin door de enkels geslagen. Dan wordt het kruis overeind gezet. Wie is er nog niet misselijk?'', proclameerde Gieske.
,,Het is een beetje Madonna meets de EO'', had vader Geert donderdagavond een paar uur voorafgaand aan het passiespektakel gezegd. ,,Ik heb een clipje gezien van een processie met een enorm wit lichtgevend kruis. Dat doet me een beetje aan Madonna denken. Zij heeft eens een nummer gezongen terwijl ze aan een kruis hing. Als ze dat soort dingen gaan doen, wordt het enorm spectaculair.''
Zoals popster Madonna in 2006 met een doornenkroon op haar hoofd aan het kruis hing terwijl ze het nummer ‘Live To Tell' op het podium zong, zo verging het Jezus aka zanger Syb van der Ploeg donderdagavond niet op het podium. Het lichtgevend kruis was er echter wel, zes meter lang. Het werd door tientallen kruisdragers door de smalle straatjes van het pittoreske centrum van Gouda gedragen en gevolgd door een multiculturele menigte. Zoals het joodse meisje, die in de processie meeliep, dat vertelde dat ze het ,,gezellig'' vond. En de jonge moslim, die vertelde dat hij ,,respect'' had voor het christelijke evenement maar en passant vertelde dat Jezus een profeet was.
,,Je zag de kruisiging niet in beeld. Maar dat mijn dochter alleen al door het verhaal van de kruisiging, door de taal werd geraakt, vind ik wonderlijk'', zegt Kimpen verrast. ,,Ikzelf keek wel een beetje uit naar het kruisigingtafereel. Ik was benieuwd hoe ze dat zouden uitbeelden. Hoe die zanger Syb dan omhoog zou worden gezet.''
Jezus, gekleed in een Guantanamo Bay-achtige overall en een zwarte muts over zijn hoofd, was echter inmiddels van het podium afgevoerd door twee acteurs verkleed als ME'er. Het publiek stak massaal mobiele telefoontjes in de lucht om foto's te maken of te filmen. Maar volgens acteur Gieske was de kruisiging anno 2011 te gruwelijk om vast te leggen op een televisie- of telefooncamera.
,,Niemand wil een onschuldig persoon live zien sterven aan zo'n martelwerktuig'', zei de voormalig acteur uit Goede Tijden Slechte Tijden vanaf het podium. ,,In 2011 zorgen wij er voor dat zo'n wrede en vernederende dood wordt uitgevoerd ver buiten het bereik van de televisiecamera's.''
Om het lijdensverhaal van Jezus - zonder het beeld van de kruisiging - niet abrupt te laten eindigen verscheen Syb van der Ploeg tot slot in wit gewaad fel verlicht vanaf de kerktoren van de Sint Janskerk en zong ‘Geef mij je angst.' De achtjarige Zonneke was het meest onder de indruk van hem. ,,Ik vond Syb het mooist.''
,,Het heeft wel impact om zoiets te delen met je dochter'', aldus Kimpen. ,,Dat je het verhaal niet hoort in de vroomheid van een kerkelijke viering maar op zo'n plein tussen al die mensen. Een klein wondertje in een stad als Gouda.''
**
,,Mensen als zo'n Jakhals-Erik, daar kijken jongeren, zoals mijn vijftienjarige zoon tegenop'', zegt EO-directeur Arjan Lock the day after. ,,Blijkbaar is het dan toch niet zo'n suf verhaal, als híj het vertelt.''
Lock speelde zelf mee in het schouwspel, hij was één van de discipelen. Maar zijn twee dochters, van dertien en tien jaar oud stonden in het publiek. En zijn vijftienjarige zoon was er ook, met een stel vrienden, ,,ook een paar ongelovige.'' ,,Mijn dochter werd net met kleine oogjes wakker'', zegt de Lock .,, Ze zei: ‘ik vond het gewoon heel gaaf.'
,,In alle eerlijkheid, denk ik niet dat veel jongeren er urenlang diepzinnige gesprekken over hebben gehouden. Maar dat hoeft ook niet. Mijn dochter vond het alleen al mooi om te kijken naar een verhaal dat ze kent, waar ze groot mee is geworden.''
,,Het evangelie is weer van de straat'', concludeerde PKN-scriba Plaisier na afloop. En hij was niet de enige die dat zei. ,,Het evangelie móet ook van de straat zijn'', vindt schrijver Kimpen. ,,Jezus ging tenslotte ook prekend de straat op. Hij moet een charismatisch iemand zijn geweest, denk ik. Dat ze een popzanger hadden uitgekozen om hem te verbeelden, vond ik daarom goed gekozen. Ja, het was heel populair gebracht allemaal maar dat was ook de opzet. Je moet helemaal niet van zo'n uitzending verwachten dat alle diepere lagen worden aangeboord. Daar zijn andere programma's voor. Ik vind dat ze het ieder jaar in een andere stad moeten doen. Met weer andere popsterren en liedjes.''
Een tweede editie is niet ondenkbaar, liet Plaisier na afloop weten. ,,We verzinnen nog wel wat.'' Ook Lock ziet het wel zitten. De omroepen gaan op korte termijn weer om tafel om te praten over een mogelijke tweede editie voor Pasen volgend jaar.
Scriba Plaisier zei opgetogen te zijn over de eerste editie. ,,Het kerkelijk luchtje wat hangt aan sommige Bijbelverhalen, was even helemaal weg. Het was niet zwaar. Het was doorbrekend. Het kan kitsch worden, maar het werd geen kitsch.''
Door Monic Slingerland
De natuurkundige wetten van Newton waren een restprodukt van een spirituele zoektocht. Schrijver Geert Kimpen spreekt daarover bij de opening van de Maand van de Spiritualiteit.
Met zijn dochter Zonneke aan de hand komt schrijver en regisseur Geert Kimpen aangelopen. Zonneke is vijf en ze houdt van de regenboog. Ze is niet het enige kind dat kan stilstaan op straat om te wijzen naar die ongrijpbare zeven kleuren. Ze is wel een van de weinigen die daarbij meteen de naam van Isaac Newton noemt, de grote Engelse geleerde die drie eeuwen geleden leefde. Dat komt ervan, als je vader een boek schrijft over dit genie, dat de wetten van de zwaartekracht formuleerde en de regenboog ontraadselde. Wit licht bestaat niet, ontdekte Newton.
De man die zijn naam aan de wet van de zwaartekracht leende was niet de kille wetenschapper die alleen feiten wilde kennen, vertelt Kimpen. In zijn roman De Geheime Newton, een mengeling van feit en fictie, schetst Kimpen hoe Newton bezeten was van de kabbala, joodse mystiek. "Met behulp van de kabbala, zocht Newton naar de spirituele betekenis van zijn ontdekking. God zou ooit wit licht geweest zijn maar zich teruggetrokken hebben. De regenboog, volgens het Bijbelboek voor het eerst aan Noach getoond, was een teken dat God zich opnieuw liet zien maar dan anders, en dat hij het toch nog een keer met de mensen wilde proberen."
Newton komt in deze roman tevoorschijn als even verrassend en veelkleurig als de regenboog. In dit boek, net verschenen, onthult Kimpen dat Newton in zijn gedrevenheid om de wereld te begrijpen, niet alleen de kabbala bestudeerde maar ook probeerde om goud te maken en dat hij geobsedeerd was door alchemistische proeven en esoterische rituelen. "De harde wiskundige wetten van Newton waren een restproduct van zijn zoektocht naar de spirituele dimensie van natuurverschijnselen. Bij wetenschap en spiritualiteit klinkt dezelfde vraag; "Hoe zit het in elkaar?" Dat gaat dat over grijpbare en ongrijpbare dingen."
De Engelse natuurkundige leefde drie eeuwen terug in Londen, dat toen een financiële crisis beleefde. In die crisis veroordeelde Newton honderden valsemunters ter dood. Deze duistere kant in zichzelf diende hij te ontwikkelen als onderdeel van het geheime proces om goud te kunnen maken, zo geloofde hij.
De rottigheid die ook in hem zat moest nauwgezet onderzocht worden en vervolgens uitgebrand, net zoals stoffen moesten verbranden voor er goud kwam. Newton beschreef zijn eigen rottigheid tot in detail. Geen wonder dat de erfgenamen van Newton de koffer met daarin al zijn persoonlijke verslagen over kabbala, goud maken, inwijdingsrituelen en duisterheid, voor eeuwig gesloten wilde houden. Toeval of niet, alweer tijdens een economische recessie, in 1936 dit keer, ging de koffer open bij een veiling. Kimpen heeft gebruik gemaakt van een deel van deze stukken.
Bij het schrijven van zijn roman heeft Leo Können, een ingenieur uit Delft, hem bijgestaan. "Om te voorkomen dat ik onzin schrijf of dat het teveel gaat zweven."
Een 16de eeuwse kabbalist, Chaim, wil de leer aan niet-ingewijden verspreiden, vindt een meester die hem kan helpen, maar wordt verliefd op diens dochter, die voor een ander bestemd is. Dat leidt in dit romandebuut tot een mix van Paulo Coelho-achtige wijsheden en oriëntaalse erotiek, gestoffeerd met drijfkaarsjes en soepele kastanjebruine lijven. Geert Kimpen is in het dagelijks leven theaterregisseur.