Geert Kimpen (1965) groeide op in Antwerpen. Hij verhuisde naar Nederland toen hij 25 was om in Amsterdam de theateropleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten te gaan volgen. Jarenlang schreef hij voor theater en regisserde hij toneelvoorstellingen, maar in 2004 stopte hij radicaal met dat werk en schreef zijn eerste roman, De kabbalist. Die kende veel succes en twee spirituele, eveneens goed verkopende romans volgden: De geheime Newton (2008) en Rachel, of het mysterie van de liefde (2011). In Maak goud van je leven (2010) legt Kimpen aan de hand van principes uit de alchemie uit hoe je als mens spiritueel kunt groeien.
Waar staat je boekenkast en hoe ziet hij eruit?
‘Verspreid door het huis staan 14 boekenkasten - in alle kamers staat dus wel minimum één boekenkast. Alle kamers in ons huis hebben we een naam gegeven. Franse namen, omdat dit mooier en tijdlozer klinkt. Boven iedere deur hangt een koperen naamplaatje. Toen we die lieten graveren, weigerde onze plaatselijke en gereformeerde slotenmaker in eerste instantie de opdracht; hij dacht dat we een bordeel gingen openen in het dorp.
Mijn belangrijkste boekenkast staat in mijn kantoor - een tuinschuurtje a la Roald Dahl. Deze ‘kamer' heet, Bureau de la Bénédiction Eternelle (Het kantoor van de Eeuwige Zegen). Hier staan twee wit gebeitste kasten met boeken. Een daarvan is een apothekerskast met glazen deurtjes. De andere is een echte boekenkast met in sierlijk opschrift "Bibliotheque".'
Wat staat er in?
‘In de Biblotheque staan alle boeken die ik raadpleeg voor de research van het boek waaraan ik werk. Op dit moment dus heel veel boeken die gerelateerd zijn de onderwerpen liefde & seks - omdat ik die nodig had voor mijn laatste roman. Je vindt er een collectie over tantra, over de kabbalistische visie over seks, de kamasutra, sprookjes van duizend én één nacht, en Arabische boeken over de minnekunst.
In de apothekerskast staan boeken die ik nodig heb als research voor al mijn boeken. Veel boeken over kabbala dus, over religie, geschiedenis, geheime genootschappen en ook heel veel boeken die te maken hebben met de apocriefe geschriften; de bijbelboeken die verboden werden door de kerk - omdat dit een onderwerp is dat me fascineert. Maar ook hele specifieke naslagwerken, bijvoorbeeld over de geschiedenis van het eten (altijd handig als je moet bedenken wat je personages in de 17de eeuw wel en niet aten), boeken over kostuumgeschiedenis, schilderkunst, koetsen, rituelen, de dood enzovoort.'
Wat komt er absoluut niet in?
‘Het ergste wat een boek in ons huis kan overkomen, is verbanning naar "Archives de Passé" ("Het archief van ons verleden"), zoals wij onze zolder noemen. Dat zijn de boeken die een prominente plaats in één van de 14 kasten hebben verloren, omdat noch ik, noch mijn vrouw Christine Pannebakker, ook schrijfster, ze nog raadplegen. Heel veel theaterstukken bijvoorbeeld, uit de tijd dat ik nog theaterregisseur was. Of reisgidsen. En andere afdankertjes die we op een bepaald moment met pijn in ons hart verbannen om plaats te maken in de kasten voor nieuwe boeken. Maar... ze blijven wel in huis, zelfs al zou de vloer van de zolder beginnen door te buigen onder het gewicht. We weten alle twee hoeveel liefde, bloed, zweet en tranen in een boek zit, hebben daar zoveel respect voor, dat ieder boek dat ooit is binnengekomen, voor eeuwig onderdak heeft gevonden.'
Hoe is je kast gesorteerd?
‘Alle romans staan in de "Chambre de la Parole" (de Kamer van het Woord), onze bibliotheek zeg maar, met lekkere zetels om te lezen. Deze staan gewoon alfabetisch gerangschikt. Verder hebben we een thematische indeling. Onze kookboeken vind je in de Chambre de la Belle Vie (de kamer van het goede leven), oftewel; de keuken. De kinderboeken in de Chambre de la Soleil (de Zonnekamer; de slaapkamer van onze dochter Zonneke). Heel veel boeken over moederschap en vrouw-zijn vind je in het Bureau de l'inspiration divine (het kantoor van de goddelijke inspiratie) waar Christine schrijft - omdat dit haar thema is. De liefdesboeken stonden in de Suite Extase (onze slaapkamer), maar bivakkeren nu dus al een jaartje of twee in mijn tuinkantoor.'
Waar staan je eigen boeken?
‘De Nederlandse edities van mijn boeken liggen in vitrines in mijn apothekerskast op mijn kantoor. Netjes uitgestald. De buitenlandse edities en vertalingen, alsook boeken waarvoor ik een bijdrage schreef, hebben een ereplek in de Kamer van het Woord, bij de romans. ‘
Waar lees je het liefst?
‘Hoewel we daarvoor eigenlijk speciaal de Kamer van het Woord hebben ingericht, lees ik daar het minste. Het meest lees ik eigenlijk gewoon in mijn kantoor, lezen is nu eenmaal een belangrijk onderdeel van mijn werk. Meestal lees ik dan ook uitsluitend boeken die gerelateerd zijn aan het boek waaraan ik werk. Wanneer ik puur voor de ontspanning lees, is mijn favoriete plek het bad. Soms in bed, maar mijn vrouw heeft een superromantische kroonluchter uitgekozen die weliswaar heel sensueel de kamer verlicht, maar absoluut niet geschikt is als leeslicht.'
Wat is het allereerste boek dat een diepe indruk op je maakte?
‘Dat moet Narziss en Goldmund van Hermann Hesse zijn. Het meeslepende verhaal van twee vrienden die elkaar ontmoeten in een klooster. De ene moet het leven leren kennen door middel van ervaringen en trekt de wereld in waarin hij vele avonturen meemaakt. De andere bestudeert het leven in boeken in het klooster. De vriendschap, de vrijheidsdrang, het verlangen de wereld in te trekken en het ontdekken van je eigen kracht, hebben mij destijds totaal overrompeld. Het boek bood me een blik op de wereld, een glimp van het volwassen leven dat ik kon gaan leiden. Iedereen onder de 20 zou het moeten lezen, vind ik. Het is een boek dat zin geeft om het leven ten volle te gaan leven.'
Heb je weleens gehuild om een boek?
‘Ik ben vaak ontroerd bij het lezen van het boeken. Echt huilen is dat niet, maar eerder sentimenteel versmelten met de drama's en het geluk van de personages. Heerlijk als je dat overkomt.'
Welk boek heb je meerdere malen gelezen?
‘De boeken van Hermann Hesse heb ik verschillende keren gelezen, maar ook De Alchemist van Paulo Coelho. Het laatste is ook zo'n boek dat me bij eerste lezing overdonderde en hoop, moed en inspiratie gaf. Nu herlees ik het wel eens als graadmeter voor mijn eigen boeken. Het is natuurlijk de nummer 1 bestseller in de categorie boeken die ik schrijf; inspirerende romans. En ieder boek van mezelf meet ik aan dat boek. De ultieme droom is natuurlijk het uiteindelijk naar de kroon te steken.'
Wat is je favoriete eerste zin?
‘Ik ben niet zo iemand die dweept met eerste zinnen van boeken, maar als ik er dan toch één moet kiezen, dan: "De jongen heette Santiago", de eerste zin uit De Alchemist. Briljant in zijn eenvoud. Als eerbetoon aan die zin wilde ik mijn debuutroman De Kabbalist beginnen met de zin: Zijn naam was Chaim Vital. Maar later kwam er nog een hoofdstuk bij dat ik vóór mijn oorspronkelijke eerste hoofdstuk plaatste, waardoor de zin nu de beginzin is van het tweede hoofdstuk.'
Wat lees je nu?
‘Ik ben net terug van vakantie, en daar heb ik onder meer - eindelijk - De Begraafplaats van Praag, van Umberto Eco uitgelezen. Maar eerlijk gezegd was dat een gevecht. Ik ben een grote Eco - fan, maar dit boek vind ik veel te ingewikkeld en intellectualistisch opgezet om te kunnen boeien. Hoe boeiend het gegeven ook is, namelijk hoe het anti Joodse geschrift, de Protocollen van Sion, tot stand is gekomen, etaleert Eco naar mijn idee te veel zijn overdonderende hoeveelheid feitjes en personages, in een gekunstelde structuur, waar het verhaal in ten onder gaat.
En nu ben ik voor het eerst een Saskia Noort aan het lezen, De Eetclub, omdat ik zo nieuwsgierig ben waarom zij zoveel succes heeft. Ik lees eigenlijk zelden Nederlandse of Vlaamse auteurs. Het meest geboeid ben ik op dit ogenblik door De Geheime Code van Priya Hemenway, een leuk geschreven non fictie boek over het geheim van de Gulden Snede in kunst, natuur en wetenschap.'
Welk boek heb je het laatst cadeau gegeven en aan wie?
‘Een luisterboek; Romeo en Julia, verteld door Pierre Bokma, met de muziek van Prokofjev. Het is voor mijn achtjarig dochtertje Zonneke. We hebben een autorondreis in Italië gemaakt, en natuurlijk ook het huis van Julia bezocht in Verona. De bedoeling was dat we het op reis daar naartoe in de auto zouden beluisteren, maar een bekende boekensite bezorgde het te laat, waardoor het nu pas is aangekomen, nu we al terug zijn. Gelukkig speelde in het Julia-huis 's avonds de voorstelling Romeo en Julia. En hoewel het natuurlijk in het Italiaans was, heeft Zonneke ademloos gekeken. Na de voorstelling heeft ze een foto laten maken van haar met Julia. Ik moet haar dit luisterboek nog cadeau doen, want bij thuiskomst bleek Dropje, haar konijntje, dood te zijn. Als een echte Romeo likte het andere konijntje Snoepie de oortjes van het dode Dropje. Maar ook Snoepie is ernstig ziek volgens de dierenarts. Als het tegenzit hebben we hier dus een konijnenversie van Romeo en Julia. Ik wacht dus nog maar even met het boek te geven, tot het ergste leed van deze tragedie is geleden. Want Zonneke is natuurlijk ontroostbaar.'
Zie ook: http://www.deboekensalon.nl/index.jsp?startId=562